Pas op met Carnaval
dur Cor van Casteren
Carnaval dat is wel leuk maar ook heel erg. Dat was het eerste zinnetje van een carnavalslied van de Bossche ‘Kleinkeinder’ van een aantal jaren geleden. Toen trouwens winnaar van het Knotskrakerfestival.
Het is één van de weinige waarschuwingen die gegeven worden ten aanzien van het fenomeen carnaval. Nagenoeg iedereen heeft destijds het lied gewoon meegezongen zonder zich eens goed te verdiepen in de tekst. Want wat kan je allemaal gebeuren als notoire carnavalist?
Vóórdat je op stap gaat denk je,’ik zal me eens mooi verkleden, dan val ik tenminste op’, maar als je op de plaats van bestemming komt blijkt dat iederéén zich verkleed heeft, en nóg mooier en opvallender dan jij, dus dát valt tegen. Jíj valt helemaal niet op in de meute. Vervolgens neem je vol goede moed deel aan b.v. een liedjeswedstrijd, maar dan blijkt dat bij dat festijn slechts drie á vier winnaars zijn, die om beurten met de eer gaan strijken. Je hoort dus bij de grote voorspekenbonen-groep die zich in de stress én het zweet werkt voor een grote teleurstelling achteraf.
Verder ben je verplicht om op ál die carnavalsevenementen méér glaasjes gerstenat te nuttigen dan eigenlijk goed voor je is, want ja, je wilt er toch bijhoren hè? De dag ná zo’n “feest”moet je het dan ook steevast “besnieten”en die breng je door met een droge mond, een bonkende kop en een uitgewoond lichaam…
Als je dan óók nog bij de steeds groter wordende groep hoort die zich na zo’n “activiteit” tot in de belachelijk late uurtjes aan de shoarma, eier, frikandellen of áánder gezonds te buiten meent te moeten gaan dan ben je helemáál in de zo wel bekende aap gelogeerd. Wékenlang wordt het dan weer “Sonja-Bakkeren” om wanhopig de schaal weer naar de andere kant van de streep te laten doorslaan.
En níemand die je waarschuwt voor ál deze ellende….
Nee, een volgende keer denk je weer; ‘het zal déze keer niet zo’n vaart lopen’, om vervolgens wéér van een koude zitting of buutbal thuis te komen. En vaak denk je om een uur of elf s’avonds nog;’het lijkt mee te vallen’, maar dan komt die vermaledijde afterparty en…daar gá je weer! En net als je vermoed dat het beter wordt gaat het de andere kant op.
Want had je tot nog toe op die zogenaamde “voorpretavonden” of op het nóg zogenaamder “feest der feesten” enkel wat te duchten van opdringerige jongedames die in kennelijke staat hun lusten op jou wilden botvieren; nu is er een nieuw en nóg enger fenomeen. De losgeslagen bejaarde! Wat voorheen alleen in broeierige achterkamertjes plaatsvond of op schimmige internetsites, komt nu akelig dichtbij. Bejaarde(65 +) tot hóógbejaarde(95+) dames die met carnaval alles willen doen wat ze voorheen zijn vergeten te doen n.l. zich en plein publique opdringen aan jonge heren van 40+! En dan bedoel ik niet het leuke hossen, zingen en gezellig een glaasje drinken waar het deze heren om gaat, oh nee, deze dames willen “all the way”, wat zoiets wil zeggen als “ollung tot op d’n bojjum”, nou…dan wittet wèl!
Gelukkig komt dit naar mijn mening groeiende probleem nu in de publiciteit zodat eventuele slachtoffers zich tijdig kunnen wapenen tegen dit soort extreme zaken. En voor de veiligheid een bus serpentinespray op zak is nooit weg. Tot op heden vonden dit soort vergrijpen alleen nog in Den Bosch plaats, maar dan weten wij al dat het spoedig over zal slaan naar Schorsbos…
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, U bent gewaarschuwd voor de gevolgen van het zgn. carnavals”feest”, maar waarschijnlijk zal het toch wel weer tegen dovemansoren gezegd zijn… Wat ís dat toch, dat je het niet kúnt laten ondanks….? Het woord carnavals-virus zal er wel door ontstaan zijn. Een virus is óók een hardnekkig iets. Moeilijk te bestrijden! Als je nou aanstaande woensdag denkt: ‘carnaval dat was wel leuk maar ook héééél errug’of; ‘ha’k mar’, kom dan niet bij mij, want ik heb je gewaarschuwd!
En een gewaarschuwd mens telt voor twee dus: Veul plezier sámen !
Cor